Agenda

De pensionering van Eric Koreman

Toespraak Maarten Bohlken bij de pensionering van Eric Koreman op 21 maart 2024

Eric Koreman, de laatste juridisch boekverkoper

Nu Eric Koreman met pensioen gaat, is helaas het moment aangebroken om met hem afscheid te nemen van de laatste juridische boekverkoper van Nederland. Ik wil dit graag in een historische context plaatsen.

 

Paul van Vliet had in 1973 een conference over het Reservaat. Hierin leidde hij het publiek rond langs zeldzaam geworden Nederlanders om hen voor het nageslacht en de vergetelheid te bewaren. Hij benoemde achtereenvolgens de laatste kleine kruidenier, de hofdame, het lid van de katholieke volkspartij, de ongehuwde priester, de moeder met tien kinderen, de verstelnaaister en de Nederlandse maagd. We zijn nu 50 jaar verder en voeg ik er nu eentje aan toe, namelijk de juridisch boekverkoper.

 

Wat is eigenlijk een juridisch boekverkoper? Je bent geneigd om heel flauw te zeggen: iemand die juridische boeken verkoopt in een juridische boekhandel. Dus is de logische vervolgvraag wat dan een juridische boekhandel is. Vroeger waren er meerdere, met name Nijhoff, Belinfante, Scheltema Holkema Vermeulen, Jongbloed en buitenbeentje Wilbro. Soms voerde de boekhandel voor 100% een juridisch assortiment, soms ging het om een grote, gezichtsbepalende afdeling of studieboekenafdeling binnen een boekenwarenhuis. Hier werkten iconische boekverkopers als Paul van Appeven, Hans Bousie, Jaap Steketee, Theo Walter en dus ook Eric Koreman. Het kon gaan om alleen nieuwe boeken maar ook om boekhandels met prominente antiquariaten. Tot ongeveer het jaar 2000 ging het uitsluitend om papieren producten zoals boeken, boekseries, losbladige werken, tijdschriften en studieboeken.

De winkels met hun grote voorraden gaven de boekhandels hun uitstraling en bij Jongbloed stond bijvoorbeeld de Schuurman & Jordens-kast zodanig in het zicht dat het een voorbijganger direct duidelijk was dat dit een juridische boekhandel was. Toch werd het geld niet verdiend met die mooie collecties en de (contante) verkoop ervan. Juridische boekhandels verdienden, net als ongetwijfeld de uitgeverijen, vooral aan de abonnementen en de studieboeken. Dat blijkt wel uit de kenmerken van ieder van de productgroepen.

  • Boeken. Een goede collectie voeren betekent dat de voorraad breed en diep moet zijn en voorts dat de boekhandel een goed geëquipeerde bestelafdeling moet aanhouden. De dure voorraad in combinatie met hoog opgeleide en kundige boekverkopers kosten per definitie meer dan de omzet op zich rechtvaardigt. De bestelservice gaat niet alleen om eenvoudig via het CB te bestellen boeken maar vooral ook om het speuren naar “exoten” uit het grijze circuit.

  • Boekseries. De mooie mengvorm tussen boeken en abonnementen met voorbeelden als Schuurman & Jordens (later Lexplicatie), Tekst & Commentaar, Asser en Monografieën BW maar ook abonnementen op series die niet als zodanig door de uitgever als serie in abonnement worden gegeven. Met een goede administratie is dit een lucratieve productgroep.

  • Supplementen. De abonnementen op losbladige waren de meest winstgevende groep. Ooit hielden boekhandels zelf alle hoofdwerken aan in de winkel, later leverden ze alleen nog de supplementen die rechtsreeks door de uitgeverij aan de klant werden gestuurd, weliswaar tegen een veel lagere marge maar nog steeds profijtelijk. Vooral klanten die een broertje dood hadden aan invoegen werden gekoesterd: als er ergens weer eens stapels supplementen in de vensterbank lagen, was het zeker dat er een bestelling voor een nieuw hoofdwerk zou komen.

  • Tijdschriften. Zowel de bibliotheken als individuele juristen hadden abonnementen waarbij het cruciaal was dat de boekhandel ieder abonnement op de juiste kostenplaats kon factureren. Ongeveer iedere jurist had ooit een abonnement op de NJ (Nederlandse Jurisprudentie) en een tijdschrift binnen het eigen rechtsgebied dus dat waren heel veel abonnementen.

  • Studieboeken. Levering van studieboeken vond in eerste instantie plaats aan individuele studenten en later ook aan studieverenigingen. Verkoop van studieboeken leverde een mooie omzet op maar ook naamsbekendheid bij de toekomstige juristen.

 

Uiteindelijk ging het niet goed met de juridische boekhandels. Er kwamen (landelijke) aanbestedingen van de overheid en rechtbanken en marktverkenningen van grote advocatenkantoren die leidden tot een vergaande concentratie bij met name Jongbloed. Informatie werd in toenemende mate digitaal afgenomen, te beginnen met CD-ROM’s en later online databanken waardoor de losbladige geheel uit de markt verdwenen. Via de contentintegrators Legal Intelligence en Rechtsorde werden niet alleen de databanken ontsloten, ook het lezen van tijdschriften ging uiteindelijk via deze kanalen en papieren abonnementen werden en masse gestaakt. Alleen de bibliotheken van de kantoren en rechtbanken hielden nog een papieren “back up-collectie” aan en soms werden er “pleintjes” bij de afzonderlijke secties onderhouden. Tenslotte werden door LI Library en Xposi boeken gedigitaliseerd en verdwenen langzaamaan ook de papieren boeken uit de bibliotheken.

 

Jongbloed kon in deze teruglopende markt juist groeien door zich te onderscheiden door het ontwikkelen en aanbieden van “Jongbloed Juridica”. In deze dienst onderhield Jongbloed de boekencatalogus van aangesloten kantoren, adviseerde over de aanschaf van nieuwe boeken, factureerde op maat, maakte bibliotheekapplicaties als Adlib en Bibis overbodig en ondersteunde het beheer van persoonlijke budgetten voor boeken en tijdschriften van advocaten. Advocaat en Boekblad-columnist Hans Bousie noemde dit indertijd een geniale aanbieding omdat advocaten doodsbenauwd zijn om iets te missen.

 

Toch kon ook Jongbloed als Laatste der Mohikanen de strijd niet volhouden. Uitgevers zagen de mogelijkheid om contentdeals met hun klanten te sluiten buiten de boekhandel en waren niet van plan om samen te werken in een Jongbloed-platform. In 2013 werd Jongbloed verkocht aan Swets en bleek er alsnog belangstelling te zijn bij de uitgevers om samen te werken in SwetsWise, schaalgrootte werd dus gehonoreerd. Het faillissement van Swets een jaar later sleurde ook Jongbloed mee en zo kwam er een einde aan de laatste juridische winkel in Nederland.

Twee partijen hebben moedig het stokje overgenomen. Managementboek kocht uit het faillissement de merknaam en het klantenbestand en nam een aantal medewerkers over. Vervolgens werd in de beste Jongbloedtraditie een verzendboekhandel opgetuigd met full service-abonnementenservice en werden (landelijke) aanbestedingen gewonnen waardoor Managementboek nu een van de toonaangevende intermediairs is in de zakelijke markt.

Douwes zag zijn kans schoon om in Den Haag alsnog een juridische winkel te beginnen onder de naam De Nieuwe Juridische Boekhandel en nam Eric Koreman in dienst. En hiermee is het bruggetje er naar de vraag wat een juridisch boekverkoper is.

 

Ooit was de reguliere juridische boekverkoper iemand die alle belangrijke auteurs en alle uitgevers persoonlijk kende en bekend was met alle publicaties. Hij/zij adviseerde klanten in de winkel, aan de telefoon, per mail en tijdens klantbezoek. Een klant ging altijd met meer boeken de winkel uit dan deze zich van tevoren had bedacht. De juridisch boekverkoper saneerde en actualiseerde bibliotheken bij kantoren. En tenslotte stelde hij/zij de herdrukservice en basisbibliotheken samen. Was die functie altijd profijtelijk voor de boekhandel: ja en neen. Ja, want dit leidde tot klantenbinding, de kennis was een marketinginstrument en gaf een zekere gunfactor bij uitgeverijen. Maar neen, want, zoals hierboven gesteld, een boekhandel verdiende uiteindelijk het geld met abonnementen. Maar goed, per saldo was de juridische boekverkoper van onschatbare waarde voor de boekhandel.

 

Veel boekverkopers waren ook antiquaar, dat waren gewetenloze schurken, ze zetten hun expertise en creativiteit in om zoveel mogelijk omzet uit een klant te halen en deden dat zonder scrupules. Een antiquaar bood bijvoorbeeld een klein bedragje voor een complete NJ vanaf 1913 en verkocht deze dan voor veel geld door aan een startende advocaat. Hetzelfde gold voor de Schuurman & Jordens-molens. Tegelijkertijd kende een antiquariaat een uitgebreide collectie proefschriften, bundels en redes die prettig geprijsd werden aangeboden, dus zo erg was het nu ook weer niet. In de papieren tijd was een juridisch antiquariaat van onschatbare waarde voor startende kantoren. Uiteindelijk heeft de digitalisering ook het antiquariaat de das omgedaan.

 

En dan Eric Koreman. Hij was alles wat hierboven is geschetst als boekverkoper en als antiquaar. Hij was afkomstig uit de wijnhandel en heeft zich meteen bij zijn indiensttreding bij Jongbloed ingelezen, is op bezoek gegaan en heeft stage gelopen bij bibliotheken van advocatenkantoren en werd een waardig opvolger van de roemruchte Theo Walter. Jongbloed en later Douwes kende onder leiding van Eric een zaterdagclub met echte fijnproevers die bijna wekelijks langskwamen voor recent verschenen boeken maar inmiddels is zelfs deze categorie kopers bijna uitgestorven. Eric heeft zijn uitzonderlijke kennis van juridische literatuur meegenomen, fungeerde nog steeds als vraagbaak voor bibliotheken, had een fantastische servicebereidheid en was bovenal een prettig mens. Daarmee sterft met de pensionering van Eric een mooi beroep uit. Dat ligt niet aan Eric maar aan de gewijzigde marktomstandigheden waarin er geen ruimte meer is voor een puur juridische boekwinkel. Managementboek gaat gelukkig door met de verzendactiviteiten en Douwes houdt moedig stand na het vertrek van Eric als laatste aanbieder met een winkelfunctie. Maar er is nu wel een tijdperk afgesloten.

 

Link naar het artikel over Eric Koreman in Mr online