Op het eerste gezicht is dit een zoveelste boek over patiënt- en familieparticipatie. Maar eens de lezer aan dit boek begonnen is, wordt duidelijk dat het hier om een unieke mix van theoretische beschouwingen en praktische aanbevelingen gaat.

Op wetenschappelijk onderbouwde wijze tonen verschillende auteurs het belang van patiënt- en familieparticipatie aan, vaak vanuit onverwachte invalshoeken. Verschillende autoriteiten kijken vanuit hun standpunt naar ‘goede zorg’ en de rol van de patiënt hierin. Van de theoreticus over de architect naar de practicus.

Daarnaast is het boek gelardeerd met tal van praktische tips en voorbeelden die de nodige houvast bieden om volop zelf aan de slag te gaan. Ook voor de patiënt die we allemaal zelf (kunnen) zijn, biedt het boek een mooie en heldere inkijk in de wereld van de zorgverlener en hoe die naar de patiënt kijkt of hoort te kijken.

Een unieke mix dus, die van dit boek een bijzonder nuttig instrument maakt voor alle zorgverleners en patiënten. Daarmee draagt het boek ruimschoots bij aan zijn doelstelling om patiëntgericht denken te verspreiden onder iedereen die al dan niet professioneel met zorg te maken krijgt.