De eerste twee hoofdstukken van het Compendium Samenwonen zijn van algemene aard. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de plaats van het ongehuwd samenwonen en het samenlevingscontract in ons rechtsbestel. Ook worden de meest gangbare onderwerpen in het samenlevingscontract bespro­ken. Hoofdstuk 2 handelt over de erfrechtelijke positie van samenwoners met en zonder kinderen. Hoofdstuk 3 (Inkomstenbelasting) gaat o.a. in op het partnerbegrip, de aanwezigheid van minderjarige kinderen, de eigenwoning en de IB- en VPB-onder-neming. In hoofdstuk 4 staan de Successiewet en de overdrachtsbelasting centraal. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de sociale verzekeringen en hoofdstuk 6 staat in het teken van het (nabestaanden) pensioen. In hoofd­stuk 7 wordt ingegaan op psychologische aspecten bij samenwoners met (kinderen uit) eerdere relaties. Het volgende hoofdstuk handelt over de wenselijk­heid van verbreding van het samenlevingscontract met onderwerpen van niet-vermogensrechtelijke aard en een andere wijze van totstandkoming van het samenlevingscontract: de preventieve mediation. In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de internationaal privaatrechtelijke aspecten van ongehuwd samen­wonen. In hoofdstuk 10 wordt het eindigen van de samenleving, anders dan door overlijden, besproken.