In deze zevende druk wordt de nieuwe wettelijke regeling betreffende de personenvennootschap besproken. Verschillen met het huidige, straks oude, recht worden aangegeven. Waar relevant voor het begrip van het nieuwe recht zijn passages met betrekking tot het oude recht en daarop gebaseerde rechtspraak gehandhaafd.
In deze druk wordt uitgegaan van de invoering van titel 13 in Boek 7 BW conform de door de Tweede Kamer vastgestelde teksten. Op het moment van het totstandkomen van deze nieuwe druk is de behandeling van de wetsontwerpen inzake titel 13 Boek 7 BW in de Eerste Kamer nog niet afgerond.
Met de invoering van titel 13 in Boek 7 BW komt er een compleet nieuwe wettelijke regeling voor de personenvennootschap. De openbare maatschap en de v.o.f. komen als rechtsvormen te vervallen. Zij worden vervangen door de openbare vennootschap. De stille maatschap wordt vervangen door de stille vennootschap. De commanditaire vennootschap blijft als een bijzondere vorm van de openbare vennootschap voortbestaan. De openbare vennootschap kan rechtspersoonlijkheid verkrijgen en kan die ook weer opgeven. Zij kan voorts worden omgezet in een BV of NV en vice versa.
Titel 13 zal voorts een nieuwe regeling aangaande de ontbinding van vennootschappen en vereffening van het vermogen bevatten. De nieuwe wettelijke regeling aangaande de personenvennootschap maakte grondige herziening van de zesde druk noodzakelijk.
Deze druk behandelt de stille en openbare vennootschap zoveel mogelijk in samenhang met elkaar; aan de rechtsfiguur van de commanditaire vennootschap is een apart hoofdstuk gewijd. Het overgangsrecht krijgt aandacht in een apart laatste hoofdstuk.
Literatuur en rechtspraak zijn uiteraard geheel bijgewerkt. De personenvennootschap wordt thans bewerkt door prof. mr. M. van Olffen.