Recht en Praktijk - Personen- en familierecht
Recht en Praktijk - Personen- en familierecht
In de Wet regels verrekenbedingen van 1 september 2002 werd de toen bestaande jurisprudentie over verrekenbedingen gecodificeerd. Helaas heeft dat niet de nodige duidelijkheid gebracht. Met name wanneer in huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen, vormt het ontwarren van die huwelijkse voorwaarden het moeilijkste probleem bij het regelen van de gevolgen van een scheiding.
Niet leverbaar
In de Wet regels verrekenbedingen van 1 september 2002 werd de toen bestaande jurisprudentie over verrekenbedingen gecodificeerd. Helaas heeft dat niet de nodige duidelijkheid gebracht. Met name wanneer in huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen, vormt het ontwarren van die huwelijkse voorwaarden het moeilijkste probleem bij het regelen van de gevolgen van een scheiding. Dat blijkt reeds uit de eerste druk van dit boek, dat dateert uit 2009.
Sedertdien heeft de Hoge Raad met betrekking tot een aantal lastige vragen rond de afwikkeling van een periodiek verrekenbeding duidelijkheid geboden. Sinds 2009 is duidelijk hoe omgegaan moet worden met het voorhuwelijks vermogen. In 2010 heeft de Hoge Raad de reikwijdte van de beleggingsleer vastgesteld en eind 2011 werd duidelijk vanaf welk moment aanspraak kan worden gemaakt op verrekening.
Bovendien heeft de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen, die op 1 januari 2012 in werking is getreden, tot enkele aanpassingen van het regime rond huwelijkse voorwaarden geleid. Al die ontwikkelingen zijn in deze tweede druk verwerkt. Daarmee beschikt de lezer anno 2012 over een compleet overzicht van de regels, die gelden bij de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden.