In deze 4e druk is de tot november 2014 gepubliceerde jurisprudentie verwerkt. Verder is nieuwe wetgeving met betrekking tot de bestuursrechtspraak besproken. Aan de orde komen de gevolgen voor de civiele rechtspraak van enkele bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht die zijn ingevoerd met de komst van de 1 januari 2013 in werking getreden Wet aanpassing bestuursprocesrecht: het nieuwe art.
Niet leverbaar
In deze 4e druk is de tot november 2014 gepubliceerde jurisprudentie verwerkt. Verder is nieuwe wetgeving met betrekking tot de bestuursrechtspraak besproken. Aan de orde komen de gevolgen voor de civiele rechtspraak van enkele bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht die zijn ingevoerd met de komst van de 1 januari 2013 in werking getreden Wet aanpassing bestuursprocesrecht: het nieuwe art. 6:22 Awb (in nr. 42) en art. 8:69a Awb (in nr. 66A).
Ook worden de voornemens van het kabinet vermeld met betrekking tot colleges die met bestuursrechtspraak in hoger beroep zijn belast (in nr. 11A). Daarnaast is uitgebreid ingegaan op enkele bijzondere onderwerpen zoals de rechtspraak betreffende bestuursovereenkomsten (nr. 37, onder g) en uitspraken inzake de overschrijding van beslistermijnen en van de redelijke termijn, bedoeld in het EVRM (nr. 37, onder d).
Het onderdeel over de aansprakelijkheid als gevolg van een vernietigd besluit jegens de verschillende betrokkenen (nr. 49B) is uitgebreid met een bespreking van nieuwe rechtspraak en een poging door een nieuw criterium meer duidelijkheid te creëren in deze gecompliceerde materie. Uitgebreider wordt ingegaan op de jurisprudentie betreffende nietige bedingen in overeenkomsten met bestuursorganen, in het bijzonder de vraag of sprake is van onaanvaardbare doorkruising van burgerlijk recht en publiekrechtelijke bevoegdheden.