Het Nederlands strafprocesrecht
Het Nederlands strafprocesrecht
Dit brede overzicht van het Nederlands strafprocesrecht is alweer toe aan zijn negende druk. De uitgave werpt een bijzonder complete blik op de algemene achtergronden, de bronnen en de uitgangspunten van het strafprocesrecht, evenals de verschillende fasen binnen dit rechtsgebied.
Niet leverbaar
Dit brede overzicht van het Nederlands strafprocesrecht is alweer toe aan zijn negende druk. De uitgave werpt een bijzonder complete blik op de algemene achtergronden, de bronnen en de uitgangspunten van het strafprocesrecht, evenals de verschillende fasen binnen dit rechtsgebied. Bijgewerkt naar de laatste ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak. Bent u op zoek naar een volwaardig overzicht van het Nederlands strafprocesrecht? De negende druk van Het Nederlands strafprocesrecht biedt u een grondige verkenning van dit dynamische rechtsgebied. U maakt kennis met de algemene achtergronden, de bronnen en de uitgangspunten van het strafprocesrecht. Daarnaast worden ook de verschillende fasen van dit recht onder de loep genomen. Uiteraard besteedt de uitgave volop aandacht aan de actuele ontwikkelingen die zich op het terrein van het strafprocesrecht voltrekken. Voor deze negende druk is rekening gehouden met de wetgeving die uiterlijk op 1 april 2018 in werking is getreden en met rechtspraak en literatuur die voor dezelfde datum zijn gepubliceerd. Tal van actuele ontwikkelingen maken deze negende druk meer welkom. In het oog springen vooral de zogenoemde Salduzwetgeving (raadsman bij het politieverhoor), de wetgeving aangaande de uitbreiding van de rechten van slachtoffers en nabestaanden, de Wet digitale processtukken Strafvordering, de wet tot uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis en de wetgeving betreffende het recht op informatie in strafprocedures. De uitgave kijkt niet alleen terug op actuele wijzigingen, maar werpt ook een bescheiden blik vooruit op een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering. Op het vlak van rechtspraak buigt de titel zich over ontwikkelingen rondom het ondervragingsrecht bij getuigen, de rechtmatigheid van de inzet van bepaalde opsporingsmethoden en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging.