Wessels Insolventierecht
Insolventierecht
Wessels Insolventierecht
Insolventierecht
Een bedrijf wordt failliet verklaard. Wat zijn hiervan de juridische gevolgen? Wat behoort tot het faillissementsvermogen # en wat niet? Wat betekent faillissement voor de beheers- en beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar?
Leverbaar
Een bedrijf wordt failliet verklaard. Wat zijn hiervan de juridische gevolgen? Wat behoort tot het faillissementsvermogen # en wat niet? Wat betekent faillissement voor de beheers- en beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar? Welke gevolgen zijn er voor lopende overeenkomsten (waaronder huur- en arbeidscontracten). Deze uitgave behandelt de gevolgen die aan de faillietverklaring verbonden zijn. Gevolgen voor de faillietverklaring I is als eerste van twee delen binnen de 10-delige serie Wessels Insolventierecht geweid aan de specifieke juridische gevolgen van een faillissement. Literatuur en rechtspraak zijn tot 1 november 2018 bijgewerkt. Het deel bevat een commentaar op art. 20-41 Faillissementswet. De lezer verkrijgt allereerst een helder beeld van wat wel en niet tot het faillissementsvermogen behoort. Vervolgens gaat de aandacht uit naar de gevolgen van het faillissement voor de beheers- en beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar en de op het moment van uitspreken van het faillissement aanhangige rechtelijke procedures. Ook de gevolgen voor lopende overeenkomsten, waaronder huur en arbeid, komen aan de orde. Naast een grondig commentaar op art. 20-41, belicht de uitgave diverse aanverwante wetsartikelen die betrekking hebben op de gevolgen van het faillissement: art. 60a-60b (onder bewind staande goederen) art. 61 (de met ingang van 2018 gewijzigde regeling van faillissement en de gevolgen voor de goederengemeenschap met de echtgenoot/geregistreerd partner van de gefailleerde) art. 52 (voldoening aan de gefailleerde, die samenhangt met de werking van art. 23) De uitgave sluit af met een behandeling van de problematiek van de afkoelingsperiode. Hoofdvraag hierbij is of # en zo ja, in welke mate # aan de curator een gebruiks-, verbruiks- of vervreemdingsbevoegdheid toekomt ten aanzien van zaken die aan derden toebehoren. Zowel de instelling en werking van de afkoelingsperiode als de verhouding tussen afkoelingsperiode, pandrecht, beslag en een financiƫlezekerheidsovereenkomst passeren hierbij de revue.