Dit proefschrift maakt duidelijk wat er wordt verstaan onder een ‘aspiratieve moraal’. De titel legt uit hoe de rolmoraal van de advocaat zich verhoudt tot de algemene moraal. Daarnaast wordt onderzocht of er naast het spoor van een juridische oriëntatie van beroepsethiek ook een tweede spoor kan worden gelegd in de ethiek.
Levertijd: 2 tot 4 werkdagen
Dit proefschrift maakt duidelijk wat er wordt verstaan onder een ‘aspiratieve moraal’. De titel legt uit hoe de rolmoraal van de advocaat zich verhoudt tot de algemene moraal. Daarnaast wordt onderzocht of er naast het spoor van een juridische oriëntatie van beroepsethiek ook een tweede spoor kan worden gelegd in de ethiek. Volgens de inleiding van de ‘Gedragsregels Advocatuur’ wordt een advocaat gedreven door een ‘aspiratieve moraal’. Maar wat houdt dat eigenlijk in? Gedreven door een aspiratieve moraal ontrafelt dit intrigerende concept. Dit proefschrift onderzoekt of naast het spoor van een juridische oriëntatie van beroepsethiek een tweede spoor kan worden gelegd: het spoor van een ‘aspiratieve moraal’ geworteld in de ethiek. Daartoe worden allereerst drie verschillende theorieën uit de Angelsaksische literatuur verkend, die elk hun eigen antwoord geven op de vraag hoe de 'rolmoraal' van advocaten zich verhoudt tot de 'algemene moraal'. Dit leidt vervolgens naar de notie van een 'aspiratieve moraal', dat verbonden is aan de Amerikaanse rechtsfilosoof Lon Fuller en zijn onderscheid tussen 'plicht' en 'aspiratie'. Met het op de deugdethiek geïnspireerde denken van Alisdair MacIntyre wordt vervolgens het begrip ‘aspiratieve moraal’ handen en voeten gegeven. Het resultaat is een beroepsethiek die advocaten aanzet tot reflectie, niet enkel gebaseerd op (gedrags)regels, maar ook op ethische waarden. Het laat bovendien zien dat begrippen als ‘kernwaarden’, ‘trouw aan het recht’ en ‘publieke verantwoordelijkheid’ juist hun ware morele kracht kunnen tonen, wanneer ze vanuit een ethisch perspectief worden benaderd. Aspiratieve moraal actueel Binnen de advocatuur staat ethiek de laatste jaren hoog op de agenda en vormt een belangrijk onderdeel van de beroepsopleiding. Ook staan er in diverse media kritische berichten over advocaten. Die zouden zich te weinig de vraag stellen of ze bijvoorbeeld nog wel moeten meewerken aan het opstellen van contracten die de fossiele industrie faciliteren. Denk ook aan de vraag of een advocaat de toegang tot het recht mag beperken. Hierover bestaat veel discussie, getuige de advocatuurlijke boycot van Russische cliënten, gevolgd door de weigering van de Haagse deken om een advocaat aan te wijzen. In het strafrecht zijn het de advocaten rondom Ridouan T. en hun onafhankelijkheid die sterk onder druk zou staan. Deze en andere actuele vraagstukken rondom ethiek komen in dit proefschrift aan de orde. Gedreven door een aspiratieve moraal is van grote waarde voor alle advocaten, ethici en rechtsfilosofen die geïnteresseerd zijn in beroepsethiek.