Oost-Berlijn, 1986. Katharina en Hans ontmoeten elkaar toevallig in de bus en voelen zich onmiddellijk sterk tot elkaar aangetrokken. Zij is een studente van 19, hij is 34 jaar ouder, getrouwd en een succesvol schrijver en radiomaker.
Oost-Berlijn, 1986. Katharina en Hans ontmoeten elkaar toevallig in de bus en voelen zich onmiddellijk sterk tot elkaar aangetrokken. Zij is een studente van 19, hij is 34 jaar ouder, getrouwd en een succesvol schrijver en radiomaker. De twee beleven een allesverzengende liefde, die echter verre van gelijkwaardig is. De oudere Hans leert Katharina over het leven, maar als zij haar eigen weg begint te gaan, ontwikkelt hij een agressie jegens haar, die sadistische en paranoïde trekken vertoont. En ondertussen voltrekt zich ook nog eens ingrijpende maatschappelijke en politieke omwenteling.
‘Een van de droefgeestigste en mooiste romans die ik ooit heb gelezen.’ – The Guardian
‘Haar schrijfstijl is precies en ritmisch als een symfonieorkest.’ – Frankfurter Allgemeine Zeiting