In De bodem van het bestaan zien we een Voskuil die zijn jeugdige élan terug lijkt te krijgen. Eind 1976 raakt hij in de ban van Mirjam, een nieuwe ondergeschikte van amper 21 jaar. Zijn gevoelens voor haar vergelijkt hij met die voor Lousje Haspers en Suze Wiardi Beckman, zijn twee grote liefdes.