Hofjesreeks deel 5
De ontwikkeling van charitas en ouderenzorg in Nederland tot ca. 1600
Hofjesreeks deel 5
De ontwikkeling van charitas en ouderenzorg in Nederland tot ca. 1600
Zevenhonderd jaar geleden bestemde een zekere Borro in Zutphen zijn grote huis en erf om ‘om Goide’ – d.w.z. gratis - onderdak te bieden aan berooide inwoners van zijn stad. In de eeuwen daarna volgden talloze mensen zijn voorbeeld, in de steden, maar ook her en der op het platteland.
Niet leverbaar
Zevenhonderd jaar geleden bestemde een zekere Borro in Zutphen zijn grote huis en erf om ‘om Goide’ – d.w.z. gratis - onderdak te bieden aan berooide inwoners van zijn stad. In de eeuwen daarna volgden talloze mensen zijn voorbeeld, in de steden, maar ook her en der op het platteland. Vooral behoeftigen boven de 50 à 60 jaar konden daarop een beroep doen.
Soms ging het om één groot huis, waarin kamers beschikbaar waren. Soms kwamen daar op het achtererf huisjes bij van één kamer groot. Soms werd er speciaal een complex gebouwd, dat vaak bestond uit 12 of 13 ‘cameren’ (naar Christus en de Apostelen). Al eerder waren ‘gasthuizen’ opgericht die naast het verzorgen van zieken steeds meer de huisvesting van ouderen als taak kregen. Zo ontstond een rijk gevarieerd zorglandschap, waarbinnen geleidelijk het ‘hofje’ ontstond, zoals wij dat nu kennen.
Vaak was er een duidelijke band met het geloof. Naastenliefde en de nagedachtenis van de stichters stonden daarbij voorop. Een opmerkelijke rode draad die bovendien door het middeleeuwse zorglandschap geweven blijkt te zijn, bestaat uit de verbinding tussen bedevaarten naar het Heilige Land en hofjesstichters.
In de zestiende eeuw eiste de overheid steeds meer een controlerende taak op bij de zorg voor de zwakkeren in de samenleving. Daarnaast maakte de Reformatie dat de band met geloof en kerk veranderde. De bakens werden verzet, maar het hofje was zo stevig verankerd in de samenleving dat het overleefde.
In dit boekje is te lezen hoe het hofjeslandschap tot omstreeks 1600 vorm kreeg en wat de motieven en verwachtingen van de stichters waren. Het brengt de middeleeuwen verrassend dichtbij.
Dick E.H. de Boer (1947) is emeritus hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Groningen. Hij houdt zich bezig met uiteenlopende thema’s op het gebied van stadsgeschiedenis, sociaal-culturele ontwikkelingen, regionale dynamiek, Hanzestudies, Hollands-Beierse relaties en Europa en de buiten-Europese wereld.