Verhaal van een Chinese immigrant, die illegaal Suriname is gereisd en daar zijn leven heeft opgebouwd.
De geschiedenis bracht mensen uit alle werelddelen naar Suriname. Nog voor de afschaffing van de slavernij kwamen Chinezen als contractarbeiders naar ons land. Later gingen ze vooral in de handel. De Chinese winkel, sneysi winkri, is heel normaal in ons straatbeeld. Op bepaalde tijden, zoals Oudjaar, treedt het Chinees cultureel erfgoed prominent op de voorgrond. In dit verhaal maken we kennis met A Chung Ko, die in 1956 zijn armoedige dorp in de provincie Guan Dong verliet. Als verstekeling reisde hij naar Hong Kong. Via Parijs en Cayenne bereikte hij St. Laurent du Maroni. Hij stak illegaal per korjaal de rivier over. Op het strand van Albina wachtte zijn vader hem op. Paramaribo werd zijn nieuwe woonplaats. Hij was op zoek naar een beter leven. Met vallen en opstaan en een beetje geluk, lukte het hem zijn doelen te bereiken. Zijn kinderen zijn lai-aps, Surinaamse Chinezen. Suriname is hun thuis geworden en daar zijn ze hun voorouders dankbaar voor. Dit boek is voor jongeren van 11 jaar en ouder.