Arnhem 1964. Op de eerste dag van een nieuw schooljaar verdwijnt de
zevenjarige Lex als hij na schooltijd alleen naar huis loopt. Er wordt met man
en macht naar hem gezocht. Twee dagen later wordt zijn levenloze lichaam in
een stadspark aangetroffen. Lex ligt aan de voet van de watermolen op zijn
rechterzij, met één hand onder zijn hoofd en de andere losjes op zijn buik.
Alsof hij slaapt. Zijn haar is gekamd. Zijn kleding gloednieuw. Het lijkt of de
jongen liefdevol is verzorgd. De politie staat voor een raadsel. Het onderzoek
is in volle gang. De jacht op de dader wordt geopend. En dan ontwikkelt zich
een patroon. Binnen een tijdsbestek van enkele weken verdwijnen er weer
twee jongens. Angst houdt de inwoners van de stad in zijn greep.