historische roman over het grote heksenproces in 1595 voor het Hof van Utrecht
Leverbaar
De stof voor ‘De Heksenhamer’ is ontleend aan het verslag van het grote heksenproces dat in 1595 voor het Hof van Utrecht is gevoerd. De veroordeelden, twee mannen, twee vrouwen en drie kinderen, woonden te Amersfoort en in het tegenwoordige dorp Hoogland. In deze roman komen de meningen van de verdedigers der heksenvervolging en die van hun tegenstanders met elkaar in botsing. De christelijke barmhartigheid en het gezond verstand behouden tenslotte de overhand. Wij waren in dit opzicht onze buurlanden ver vooruit.
Dat blijkt uit de vergelijking van Hoogewerff’s ‘De Heksenhamer’ met het beruchte boek ‘Malleus Maleficarum’ (overigens eveneens bekend als ‘De Heksenhamer’) van de Duitse katholieke geestelijken Heinrich Kramer en Jacob Sprenger uit 1486. Dat boek diende als een praktische gids voor het opsporen, vervolgen en uitroeien van hekserij. In de loop der tijd is het boek bekritiseerd vanwege zijn wrede en ongefundeerde beschuldigingen jegens vrouwen, aangezien het beweerde dat vrouwen vatbaarder waren voor hekserij en meer geneigd waren om met de duivel samen te werken. De ‘Malleus Maleficarum’ wordt nu gezien als een symbool van de angst, onverdraagzaamheid en vervolging die heerste tijdens de heksenjachten.