Juncto reeks
De verbreding van de kroongetuigenregeling
Juncto reeks
De verbreding van de kroongetuigenregeling
De kroongetuigenregeling is een belangrijk instrument in de strijd tegen de almaar groeiende georganiseerde criminaliteit. De regeling biedt verdachten en veroordeelden de mogelijkheid om als getuige op te treden in het strafproces in ruil voor strafvermindering.
Niet leverbaar
De kroongetuigenregeling is een belangrijk instrument in de strijd tegen de almaar groeiende georganiseerde criminaliteit. De regeling biedt verdachten en veroordeelden de mogelijkheid om als getuige op te treden in het strafproces in ruil voor strafvermindering. Volgens de minister van Justitie en Veiligheid schiet de huidige regeling echter tekort. Deze is onvoldoende doeltreffend en weinig aantrekkelijk voor potentiële kroongetuigen met een relatief lage strafeis zoals boekhouders of havenmedewerkers, de zogenaamde ‘kleine vissen’. Dat terwijl hun verklaring volgens de minister juist het verschil kan maken. Mede hierom heeft de minister de verbreding van de kroongetuigenregeling voorgesteld. Maar in hoeverre kan deze bijdragen aan effectievere opsporing en vervolging van zware criminelen? En biedt de verbreding voldoende oplossing voor de knelpunten die blijken uit de praktijk? In dit boek onderzoekt mr. Eline Bijl de wenselijkheid van de voorgestelde verbreding van de kroongetuigenregeling. De auteur begint dit boek met een beschrijving van het ontstaan en de reikwijdte van de kroongetuigenregeling in Nederland, evenals de voorgestelde verbreding hiervan. Binnen deze context behandelt zij de rechten van de verdachte, in het licht van het EVRM. Vervolgens legt zij de knelpunten van de huidige regeling bloot aan de hand van praktijkervaringen en kritiek in vier bekende rechtszaken: het Passageproces, het Yellowstoneproces, het Erisproces en het Marengoproces. Daarna onderzoekt de auteur de kroongetuigenregeling vanuit rechtsvergelijkend perspectief. Zij beschrijft de werking van en praktijkervaringen met de kroongetuigenregelingen in Duitsland en de Verenigde Staten, en welke lessen Nederland hieruit kan trekken. Tot slot concludeert de auteur dat de voorgestelde verbreding van de kroongetuigenregeling in de huidige vorm niet wenselijk is.