Boom Masterreeks
Deel I - Algemene nationale en Europese aspecten, toezicht en handhaving
Boom Masterreeks
Deel I - Algemene nationale en Europese aspecten, toezicht en handhaving
In Koersen door de Wet op het financieel toezicht (vierde druk, 2012) zijn diverse onderwerpen behandeld die nu bijeengebracht zijn in Deel I – Algemene nationale en Europese aspecten, toezicht en handhaving.
Niet leverbaar
In Koersen door de Wet op het financieel toezicht (vierde druk, 2012) zijn diverse onderwerpen behandeld die nu bijeengebracht zijn in Deel I – Algemene nationale en Europese aspecten, toezicht en handhaving. Die onderwerpen zijn aan de hand van de ontwikkelingen van de afgelopen acht jaar geactualiseerd en uitgebreid, ook met nog niet in de vierde druk opgenomen onderwerpen. Deel I van Koersen door de Wet op het financieel toezicht is een zelfstandig geheel dat complementair is aan de andere thematische delen, zoals het reeds verschenen Deel III, dat betrekking heeft op beleggingsinstellingen en icbe’s.
Deel I bestaat uit acht hoofdstukken. Hoofdstuk 1 schetst de historische achtergrond van het Nederlandse financieel toezichtrecht, terwijl Hoofdstuk 2 een overzicht geeft van de Europese wet- en regelgeving die de inhoud van de Wft steeds meer bepaalt. Hierin komen de Europese ontwikkelingen in het materiële recht aan de orde, onderverdeeld in de periode voor de totstandkoming van het Financieel Actie Plan (‘FSAP’), de periode van het FSAP, de post-FSAP en de totstandkoming van de kapitaalmarktunie (‘CMU’). Hoofdstuk 3 behandelt de Europese wetgevingstechniek en de Europese toezichtstructuur (het Europese systeem voor financieel toezicht: ‘ESFS’), die (in)direct doorwerkt in de Wft met name door de bevoegdheden die de drie sectorale ESA’s hebben, evenals de Bankenunie met een belangrijke rol voor de ECB. Hoofdstuk 4 betreft de Wft: de opbouw, de onderwerpen die de Wft bestrijkt, de doelstellingen,
de territoriale reikwijdte en de civielrechtelijke aspecten. Hoofdstuk 5 is gewijd aan het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Wft gestelde regels en van Europese verordeningen: de instanties die belast zijn met het toezicht en hun toezichtbevoegdheden. Hoofdstuk 6 is een logisch vervolg op hoofdstuk 5: de handhaving en het handhavingsinstrumentarium dat de toezichthouders ten dienste staat. De nationale en internationale samenwerking tussen de Nederlandse toezichthouders onderling en tussen de Nederlandse toezichthouders met buitenlandse toezichthoudende instanties vormen het onderwerp van hoofdstuk 7. Hoofdstuk 8, ten slotte, betreft de toekomst van de Wft.
Deze uitgave is geschikt voor ondernemingsrechtjuristen, bank- en effectenrechtjuristen en studenten in het masteronderwijs.