In ‘Holland in het jaar 1000’ beschrijft Kees Nieuwenhuijsen de turbulente geschiedenis van West-Frisia, het latere graafschap Holland, in de tiende en de elfde eeuw.
De Vikingaanvallen en de kruistochten zijn beide historische perioden die tot de verbeelding spreken. De geringe aandacht voor de tussenliggende tiende en elfde eeuw ligt niet aan het ontbreken van opwindende gebeurtenissen, bewijst Kees Niewenhuijsen met ‘Holland in het jaar 1000’. De graven van Holland speelden mee in het telkens wisselende West-Europese krachtenveld.
‘Holland in het jaar 1000’ begint met de moord op de laatste Noormannen-leider, Godfried de Deen. Na diens dood grijpt Gerult zijn vazal Gerulf. De opvolgers van Gerulf breidden hun graafschap steeds verder uit. Een van die nazaten, graaf Dirk III, versloeg in 1018 bij Vlaardingen het veel grotere leger van de Duitse keizer Hendrik II en legde daarmee de grondslag voor het latere graafschap Holland.
Heel de elfde eeuw was een turbulente periode in het gebied. Er vonden verschillende opstanden, strafexpedities en moordaanslagen plaats. Onder de slachtoffers bevonden zich de Hollandse graven Dirk IV en Floris I. Kees Nieuwenhuijsen (Vlaardingen, 1954) vertelt de geschiedenis van West-Frisia (het latere graafschap Holland) in de tiende en de elfde eeuw. Hij doet dat op basis van tal van annalen, kronieken en oorkonden.
‘Holland in het jaar 1000’ is geïllustreerd met afbeeldingen van manuscripten, landkaarten, genealogische overzichten en archeologische vondsten.