Preadviezen Nederlands-Vlaamse vereniging voor Strafrecht
Preadviezen Nederlands-Vlaamse vereniging voor Strafrecht
Hoewel in het Nederlandse strafproces de inquisitoire invalshoek nog altijd domineert, wordt de verdediging toch ook steeds meer als procespartij benaderd. Deze benadering stelt vanzelfsprekend eisen aan de verdediging, maar ook aan de inrichting van het strafproces.
Niet leverbaar
Hoewel in het Nederlandse strafproces de inquisitoire invalshoek nog altijd domineert, wordt de verdediging toch ook steeds meer als procespartij benaderd. Deze benadering stelt vanzelfsprekend eisen aan de verdediging, maar ook aan de inrichting van het strafproces. In dit preadvies wordt stilgestaan bij de mogelijkheden die de verdediging in het Nederlandse strafproces heeft om te bewerkstelligen dat er nader onderzoek wordt verricht. Daarbij wordt onder meer aandacht besteed aan de informatieverstrekking aan de verdediging en aan de praktijk om steeds meer zaken via een snelle procedure (ZSM) af te doen. Aan het eind van het preadvies wordt kort vooruitgeblikt op het toekomstige Wetboek van Strafvordering.
De positie van de verdediging komt steeds meer ter discussie in tijden van efficiƫntie en budgettaire beperkingen. Terwijl er een vraag is naar meer tegenspraak en actiemogelijkheden voor de verdediging in de strafprocedure, is er een tendens om de rechten van verdediging net in te perken. Ook de waarheidsvinding komt steeds meer onder druk. Is het ogenblik aangebroken om het stelsel te herdenken en de positie van de verdediging te verbeteren? Ook in de strafprocedure is informatievergaring een belangrijke zaak opdat de zittingsrechter met kennis van zaken een beslissing kan nemen. Welke rol heeft de verdediging hierbij te spelen?
In dit onderzoek wordt daarom vanuit Nederlands en Belgisch perspectief onderzocht welke mogelijkheden de verdediging heeft voor nader of aanvullend onderzoek, hoe deze verzoeken beoordeeld worden en welke rechtsmiddelen ter beschikking staan in geval van afwijzing van de verzoeken. De verschillen en gelijkenissen tussen beide landen worden met elkaar vergeleken. Toekomstpistes worden belicht.
Eerst komen de mogelijkheden aan bod voor de verdediging om aan informatie te komen wat als een voorportaal geldt voor de eigenlijke verzoeken tot nader onderzoek. Ook aan de positie in alternatieve wijzen van afhandeling en de mogelijkheden tot eigen onderzoek worden onderzocht. Vervolgens komen zowel in het vooronderzoek als tijdens het onderzoek ter terechtzitting de eigenlijke verzoeken tot nader of aanvullend onderzoek aan bod. Daarbij worden zowel de criteria, formaliteiten als de rechtsmiddelen in geval van afwijking toegelicht. In het Belgische luik wordt ook aandacht besteed aan de eigenheden van de juryprocedure. Ten slotte komen de mogelijkheden van nader onderzoek of aanvullend tijdens de rechtsmiddelen hoger beroep en cassatie aan bod. Daarbij gaat ook aandacht uit naar de specifieke taak van de cassatierechter.