De korte geschiedenis van het dialect in Overijssel
De korte geschiedenis van het dialect in Overijssel
Een kleine geschiedens van de Overijsselse dialecten
Leverbaar
Een kleine geschiedenis van de Overijsselse dialecten
In het volgende dorp, dáár spreken ze raar!’ Dit is een opmerking over dat rare taaltje van de buren dat taalkundigen begin twintigste eeuw vaak hoorden. Toen waren er nog volop verschillen. Elke plaats en elke stadswijk heeft of had zijn eigen dialect. Hoe is dat nu?. ‘InVollenhove zeiden ze bijvoorbeeld kuukies voor ‘koekjes’, maar in Sint-Jansklooster, op amper vier kilometer afstand, werd datzelfde woord met een oe uitgesproken: koekies.
Als elk dorp, elke stad, en soms zelfs elke stadswijk zijn eigen dialect heeft, maakt dat het moeilijk om van ‘hét Overijssels’ te spreken. Het wordt in feite gevormd door drie hoofdgroepen: het Noordwesthoeks, Sallands, Twents. En het Overijssels als geheel is weer onderdeel van het Nedersaksisch. Maar weet jij nu wel wat je spreekt? Dialectoloog Harrie Scholtmeijer weet in Waar onze taal weg komt op heldere en humorvolle wijze te beschrijven hoe die chaos in elkaar steekt, waar de verschillen zitten en ook hoe die zijn ontstaan en waarom ze weer verdwenen.