Al eeuwenlang trekken mensen op zoek naar werk of handel dwars door Drenthe. Trekarbeiders die in de turfwinning werken, kiepkerels die met hun koopwaren langs de deuren gaan en ambachtslieden zoals koperslagers en stoelenmatters. Samen spelen ze een belangrijke rol in het economisch leven op het Drentse platteland. Als vanaf 1854 steeds meer wegen worden aangelegd, doet de woonwagen zijn intrede. Een uitkomst voor iedereen die een reizend bestaan leidt, want met een woonwagen heb je altijd een dak boven je hoofd en het hele gezin kan mee. De woonwagen oefent ook grote aantrekkingskracht uit op landlopers en mensen die geen woning kunnen vinden. In 1930 zijn er in Drenthe al 147 woonwagens met in totaal 698 bewoners. Diepgewortelde vooroordelen en de wens van de overheid om meer grip te krijgen op de handel en wandel van de reizigers, leiden tot steeds meer afstand tussen hen en de rest van de samenleving. Als de overheid in 1968 het reizen bijna onmogelijk maakt, zorgt dat voor veel onvrede onder de reizigers. In dit boek lees je over trekarbeiders, kiepkerels, ambachtslieden en landlopers, over de mensen die in de eerste helft van de twintigste eeuw met hun woonwagens door Drenthe trekken en krijg je een inkijkje in de wereld van de Drentse reizigers van nu.