Persoonlijke verhalen van Jan Donkers, Tom Egbers, Heere Heeresma, Guus Luijters, Wanda Reisel en andere buurtbewoners
Persoonlijke verhalen van Jan Donkers, Tom Egbers, Heere Heeresma, Guus Luijters, Wanda Reisel en andere buurtbewoners
Een reis door de tijd en de straten van Amsterdam-Zuid ***** Amsterdam-Zuid is een uniek stadsdeel, met de chique negentiende-eeuwse straten van het Museumkwartier en de Willemsparkbuurt, en het monumentale Plan Zuid van architect Berlage in de Apollo-, Stadion- en Rivierenbuurt.
Bezorgen: Zodra beschikbaar
Een reis door de tijd en de straten van Amsterdam-Zuid ***** Amsterdam-Zuid is een uniek stadsdeel, met de chique negentiende-eeuwse straten van het Museumkwartier en de Willemsparkbuurt, en het monumentale Plan Zuid van architect Berlage in de Apollo-, Stadion- en Rivierenbuurt.
Nergens wonen zoveel schrijvers als in Amsterdam-Zuid. Frank van Kolfschooten, biograaf van de Beethovenstraat, verzamelde bijna vijftig persoonlijke verhalen, anekdotes en herinneringen van bekende en onbekende bewoners over hun buurt.
MIJN AMSTERDAM-ZUID: voor iedereen die de buurt kent, liefheeft of wil ontdekken.
*
‘In Amsterdam-Zuid is het alles brede straten met brede huizen en tuinen, lommerrijke lanen en fraaie bomen wat de klok slaat. Je hoort de merels er zingen en voor het Concertgebouw staat een beschaafde rij. Rudi Fuchs draagt een hoed, Remco Campert laat zijn wandelstok tegen de straatstenen tikken en op het bankje voor de deur van banketbakkerij Arnold Cornelis zit een man met een tennisracket op zijn rug een kroketje te eten.’ GUUS LUIJTERS
*
‘Van dit huis, Van Eeghenstraat 100, staan elke plint en elke deurknop in mijn geheugen gegrift. Ik kan er blind mijn weg vinden. Het is een huis als een hotel. Mijn schoolvriendjes en -vriendinnetjes vragen of er binnen geen wegwijzers neergezet kunnen worden. Ik hou van dit huis.’ WANDA REISEL
*
‘Nog altijd, als ik even in de buurt ben, kijk ik uit naar het Olympisch Stadion; ondanks alle veranderingen aan het gebouw komt het geluk van eens nog altijd terug, zoals dat in Rome gebeurt wanneer ik het Colosseum terugzie.’ KEES FENS
*
‘Ik moest vóór schooltijd naar het Zuiderbad. Ik vertrok om kwart over zeven van huis, kwart voor acht in het bad, half uurtje les, kwart over acht het koude stroeve lijf in de kleren wringen en op naar school. Toen ik dat één keer gedaan had wist ik het al: dit was niks voor mij. Ik begon te sloffen op de heenweg, arriveerde net op tijd bij het Zuiderbad om rechtsomkeert te maken en vlak voor negen uur op school aan te komen. Mijn moeder, lang niet gek, zag meteen dat mijn zwempak en handdoek kurkdroog waren. Ze verzon een list.’ HANNEKE GROENTEMAN