Het hele aardoppervlak van de Natie is ingestort. Dora, die sindsdien in haar wolvinnengedaante rondloopt, leeft bij haar roedel op de Vlaktes. De inwoners van Metis Bidenk, en met hen de rest van de bevolking, hebben de Albinogemeenschap gebrandmerkt als de veroorzakers van de chaos en hen verjaagd, net nu de bevolking hun expertise harder nodig heeft dan ooit.

Voor Dora staat het redden van hun leefwereld niet meer op de eerste plek. Het enige wat zij wil is Kay nog éénmaal zien, voordat de wolvin in haar definitief de overhand neemt. Daarvoor heeft ze de hulp van haar oude vrienden nodig: Olof, Berrenda en Paul. En ondanks dat het welzijn van de mensen nauwelijks nog belangrijk voor haar is, weet ze dat haar zoektocht meer zal omvatten dan het terugvinden van haar vriend. Want mochten ze falen, dan zal er, net als honderdvijftig jaar geleden, een periode van oorlogen kunnen aanbreken...