De kracht van nieuwe woorden
De kracht van nieuwe woorden
Nieuwe woorden tot en met 2021, verzameld door het Instituut van de Nederlandse taal.
In coronatijd kwamen er heel veel nieuwe woorden bij: plotseling zaten we middenin een anderhalvemetersamenleving, gingen we bij elkaar op raamvisite, vierden we blokjesverjaardagen en voelden we ons na een dag zoomen echte zoomzombies. Maar niet alleen corona zorgt voor nieuwe woorden; nieuwe woorden ontstaan bijna dagelijks en in allerlei situaties. Wat betekent knalpotterreur bijvoorbeeld? En knaldrang? Bent u een woke boomer of behoort u tot de havermelkelite? En wat is het verschil tussen lippenstiftfeminisme en beyoncéfeminisme?
In "Knuffelcontact & Waterwappie. De kracht van nieuwe woorden" geven taalkundigen Vivien Waszink en Veronique De Tier (Instituut voor de Nederlandse Taal) meer informatie over nieuwe woorden en hun achtergronden: waar, waarom en hoe zijn ze ontstaan, en wanneer noemen we een woord eigenlijk nieuw? Naast coronawoorden (coronakapsel, kuchscherm) zijn er ook veel nieuwe klimaatwoorden ontstaan (bosbrossen, ecocidemars), en er is altijd veel nieuws op het gebied van sociale media (cheugy, vertiktokking), opvoeden (applauskind, too-muchinformationmoeder), lifestyle (drankhangen, sojacino) en politiek (vivaldiregering, yogajes).