Avontuurlijke cli-fi over een toekomst die griezelig dichtbij komt.



In 2062 staat half Nederland onder water en is het zo warm en droog in Zuid-Europa dat de landen daar niet meer bewoonbaar zijn. Een enorme vluchtelingenstroom trekt naar Noord-Europa, waar vijf generaals de Nieuwe Noord-Unie hebben opgericht. De zuidgrens is opgetrokken langs de uitgedroogde bedding van de Dordogne en wordt beschermd door immense hekwerken, altijd bewaakt door de patrouillerende jeugddienst.


In deze bizarre dictatuur vol angst en onvrede volgen we drie mensen: generaal Verus, die begint te twijfelen aan de totalitaire koers van zijn regime; Alex, die net als alle andere jongeren elk jaar een maand bij het hek in Frankrijk op wacht moet staan; en Anna, die met haar broer vanuit Spanje naar Frankrijk is gevlucht, met als doel over datzelfde hek te komen.


Een meeslepende avonturenroman die je aan het denken zet, en waarvan je vooral hoopt dat het fictie blijft.