Het is vooral de anarchistische toon die dit boek zo aantrekkelijk maakt. De 35-jarige hoofdpersoon komt op een overgangspunt in zijn leven. Nooit gewerkt tevoren. Voor zijn plezier geleefd. En om aan geld te komen: wat kleine misdaad en later de hulp van gulle vriendinnen.
Het is vooral de anarchistische toon die dit boek zo aantrekkelijk maakt. De 35-jarige hoofdpersoon komt op een overgangspunt in zijn leven. Nooit gewerkt tevoren. Voor zijn plezier geleefd. En om aan geld te komen: wat kleine misdaad en later de hulp van gulle vriendinnen. Het recept werkt niet meer. De man moet de maatschappij in om zijn brood te verdienen. Verbeten onderwerpt hij zich een tijdje aan de regels van een benepen kantoor.
Daarna gaat hij, met de tanden op elkaar, pulpboeken
schrijven voor een postorderbedrijf: de Glorie van de Grieken, de Roem van de Romeinen... De grimmige humor waarmee dit alles beleefd wordt is buitengewoon aanstekelijk. Maar geleidelijk zien we de hoofdpersoon toch wanhopig worden. Steeds meer mensen ontmoet hij die met zichzelf in de clinch liggen. Centraal staat Carmen, het vrolijke cynische meisje dat hem zo ligt. Ze gaat de helling af van de schizofrenie. De Deense heeft hallucinaties, vriend Henk zit gedeprimeerd op een zinkende woonboot - en de hoofdpersoon krijgt beangstigende klachten. Het eindigt met dood en verderf, waarvan we een deel mogen raden. Dit prachtige, illusieloze verhaal is geschreven in een bondige stijl die erin hakt. Boudewijn van Houten lijkt zijn perfecte vorm gevonden te hebben: die van de korte metten. Een boek dat pijn doet - zoals het hoort.