Voorjaar 1938: drie hakenkruisvlaggen aan hoge masten begroetten Ester en Ben aan de Duitse grens. In het douanekantoor werden de paspoorten nauwkeurig gecontroleerd. De beambten zochten in kaartenbakken en keken van de pas naar hun gezichten.
Voorjaar 1938: drie hakenkruisvlaggen aan hoge masten
begroetten Ester en Ben aan de Duitse grens. In het douanekantoor werden de paspoorten nauwkeurig gecontroleerd. De beambten zochten in kaartenbakken en keken
van de pas naar hun gezichten. “Jawohl Herr Cohen, Sie
können gehen’’.
Toen ze terug naar de auto liepen dacht Ben: noemt die
kerel met opzet mijn achternaam? Zoiets doet een douanier toch nooit?
In deze roman schildert Kees Kleinjan de snel veranderende wereld aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Het echtpaar Cohen maakt zich op om te genieten van hun
oude dag, maar het opkomend antisemitisme en Hitler-Duitsland hebben een ander scenario in gedachten. Klein jan laat in dit meeslepende boek zien hoe de ene maatregel
op de andere volgt als prelude op de Holocaust. Het gevolg
is een beklemmend verhaal van hoop en vrees.