De val van het hoofd financiën
De val van het hoofd financiën
Deze roman vertelt het verhaal van een man van een jaar of zestig met de naam Ronald van Dam die door toevallige omstandigheden in de fi nanciële problemen is gekomen. Dat is volledig in strijd met zijn zelfb eeld; als hoofd fi nanciën op zijn kantoor was hij jarenlang de man die het allemaal heel goed wist.
Deze roman vertelt het verhaal van een man van een jaar of zestig met de naam Ronald van Dam die door toevallige omstandigheden in de fi nanciële problemen is gekomen. Dat is volledig in strijd met zijn zelfb eeld; als hoofd fi nanciën op zijn kantoor was hij jarenlang de man die het allemaal heel goed wist. Het niet altijd even sympathieke personage slaagt erin het beeld te verkopen dat hij daar vervroegd vertrekt vanwege een burn-out en dat lukt vrij gemakkelijk, vooral omdat zijn echtgenote in diezelfde periode is gestorven.
Ook zijn studerende kinderen weten niets van zijn desastreuze beurstransacties; hij weet hen wijs te maken dat zijn burn-out primair te maken heeft met te veel drukte op zijn werk. Zij veronderstellen dat hij door de combinatie van rouw en door te stoppen met werken wel eens in een diep zwart gat zou kunnen vallen. Maar dat lijkt niet te gebeuren. In de maanden daarna onderneemt hij verwoede pogingen om met behulp van zijn expertise zijn verloren vermogen terug te verdienen door een grote klapper te maken in een specifi eke sector van het onroerend goed. Dat lukt steeds maar niet en ook zijn sociale ondersteuning van zijn uiterst welvarende buren levert hem geen groot ma-terieel succes. Tot het hem een keer meezit als zijn hulp wordt ingeroepen door kennissen van zijn schoonmaak-ster.
De betreff ende mensen dreigen te verzuipen in de bureaucratie van een veel te groot en onwaarschijnlijk project:
een bouwproject ter beïnvloeding van het lokale klimaat in Friesland waardoor toekomstige Elfsteden-tochten weer meer waarschijnlijk zouden kunnen worden. De uiteindelijke projectleider blijkt er linkse politieke sympathieën op na te houden als hij ondermeer zegt dat de samenleving verplicht is een vangnet te organiseren voor mensen die vallen. De liberaal georiënteerde hoofdpersoon heeft daar weinig mee op. De subsidiebedragen uit publieke middelen van verschillende overheden voor het immense project zijn dusdanig dat de heer Van Dam zijn vermogen geleidelijk aan lijkt te kunnen herstellen; zijn welhaast dwangmatig streven oogt dan toch nog succesvol. Absurd en grotesk.