'Ik had een droom... ik bevond me tussen de klokken van de Westertoren en zag hoe duizenden deelnemers van herdenkingen en stille marsen de binnenstad vulden en bij het Anne Frankhuis een onafzienbare rij vormden die via de ringweg de stad uitging...
'Ik had een droom... ik bevond me tussen de klokken van de Westertoren en zag hoe duizenden deelnemers van herdenkingen en stille marsen de binnenstad vulden en bij het Anne Frankhuis een onafzienbare rij vormden die via de ringweg de stad uitging... ik kon over de koppen naar Santiago de Compostela lopen... eenmaal daar aangekomen zag ik uit alle hoeken en gaten van de wereld horden herdenkers toestromen, er was geen plaats genoeg, men kon nog maar een kant op - de kust... je zag ze bij tientallen over de rand kukelen in het koude roerige water van de Atlantic die vol deinende lijken en gedoofde waxinelichtjes lag... over een herdenking voor deze slachtoffers werd al druk vergaderd... Op dat moment besefte ik dat niet het eind zoek is maar het begin...'
Als de hoofdpersoon op negenjarige leeftijd zijn ouders binnen een maand verliest zal hij in plaats van met hen verder moeten leven met de dood. Als een papegaai op zijn schouder. Dat bevalt prima. Op het kerkhof komt hij na de begrafenissen nooit meer. Herdenken is niet zijn ding.
Schrijver/schilder Paul Izeboud (1955) heeft met deze bijzondere debuutroman een opmerkelijk staaltje van zijn kunnen laten zien. Werkend wisselend vanuit zijn Amsterdamse atelier en het Normandische platteland schrijft hij verder aan zijn tweede roman.