Op dinsdagavond 22 augustus 1944, om kwart over acht ’s avonds, klinkt in Vught een salvo van geweerschoten, gevolgd door 23 afzonderlijke knallen. Het is een mooie zomerdag die eindigt met een laffe moord op 23 mannen. Piet Schlaman is één van hen.
Piet ging na zijn militaire dienst in Groningen aan het werk als politieagent. Hij had een sterke drang om zich dienstbaar op te stellen voor de gemeenschap en was succesvol als leider van het politietoneel. Zijn toneeloptredens haalden meerdere keren de krant. Piet mocht graag gezien worden en op de voorgrond staan. Maar daarnaast had hij ook een kant die niet zichtbaar mocht zijn. Zijn positie bij de politie in Groningen en zijn doortastende karakter waren in deze oorlogsjaren namelijk ook zeer waardevol in het verzet tegen de bezetter en de hulp aan onderduikers. Dat Piet verzetswerk deed lag niet voor de hand, want de meeste politiemannen ondersteunden de bezetter in het wegvoeren van joden en het jagen op verzetsmensen en andere tegenstanders van het Duitse gedachtegoed. Piet zat dus in het hol van de leeuw en dat kwam hem duur te staan.