Tijdens hun schooltijd vinden de vrienden Sam en Henry tijdreisspullen op de zolder van de oude pastorie van Kleiland, die een tijdreiziger daar bij de bevrijding in 1945 heeft moeten achterlaten. Ze slaan aan het experimenteren met de apparatuur en belanden geregeld in gevaarlijke situaties, zoals Sam die tijdens een bezoek aan het antieke Rome in een bordeel belandt. Wim, vader van Sam en predikant, onderneemt een reis naar Jeruzalem ten tijde van de kruisiging van Christus en wacht daar de komst van de apostel Paulus af om hem te helpen bij diens zendingswerk. De CIA krijgt lucht van de tijdreizen en stelt pogingen in het werk de apparatuur te pakken te krijgen. Dit tot ongenoegen van de Amerikaanse president, die vreest tijdens zijn herverkiezingscampagne vragen over tijdreizen te krijgen. Kortom, een zinderend tijdreisverhaal vol paradoxen, die niet altijd omzeild kunnen worden.