Dit boek is ontstaan tijdens het fietsen van Sevilla naar Nederland met mijn vriend Jan. Het gaat over fietsen, maar ook over andere zaken in het leven. Het gaat over fantafietsjes en nieuwe woorden gerelateerd aan het fietsen, zoals onder andere fietserik, fietsofilie, infietsen, fietsbaar, telefietsen, fietsig, fietsueel, fietsdom, Mifi, fietsheid, fietsologie, ietsiefietsie, velofoob en fietszinnig.
Dit boek is ontstaan tijdens het fietsen van Sevilla naar Nederland met mijn vriend Jan. Het gaat over fietsen, maar ook over andere zaken in het leven. Het gaat over fantafietsjes en nieuwe woorden gerelateerd aan het fietsen, zoals onder andere fietserik, fietsofilie, infietsen, fietsbaar, telefietsen, fietsig, fietsueel, fietsdom, Mifi, fietsheid, fietsologie, ietsiefietsie, velofoob en fietszinnig. Maar ook diverse dubbelzinnige betekenissen van woorden als fietsmaat, fietsbaan, omfietsen, recycling, fietsband, (fiets)as, (fiets)verzet en fietsweg worden beschreven. Elk hoofdstuk begint met een fietsspreuk; pluk de fiets, bezint eer gij fietst, al is de helling nog zo steil de fietser achterhaalt hem wel, op elke fiets past een fietser, al fietsend leert men, met de fiets in huis vallen, de fiets aan de olijfboom hangen en oost west, fiets best. Het is een soort (fiets)hoppen (niet shoppen) qua diverse fietsbespiegelingen.
Eigenlijk gaat het over verschillende ziens- (of zijns)wijzen en de relativiteit van alles, of is het relafietsiteit. En het gaat over schijnbare tegenstellingen als los maar toch verbonden, alleen en toch saam.