Ineens een schreeuw: “Guus pas op!” Te laat, de auto heeft hem geraakt. Er vliegt een jas door de lucht, de jas van Guus. Het zal toch niet. Het is wel zo, Guus vliegt door de lucht en valt ongeveer tien meter verderop op straat.
Paniek! Auto’s stoppen, mensen stappen uit en lopen naar Guus. Andere mensen blijven staan met de handen voor de ogen.
Guus ligt op straat en overal is bloed. Leeft hij nog? Hij is niet aanspreekbaar, maar ademt gelukkig wel. In het ziekenhuis is het heel duidelijk: Guus is in levensgevaar. Vanaf die dag is er een leven voor en een leven na…

In dit boek beschrijft zijn moeder Marike Reinders het pad dat Guus na zijn ongeluk heeft moeten afleggen om te komen waar hij nu is, samen met zijn ouders en zus. De enorme uitdaging om te herstellen van traumatisch hersenletsel en te leven met de gevolgen ervan. Een pad dat je niet alleen kunt lopen. Marike vertelt over de zoektocht naar de juiste hulp voor Guus, over blijven geloven dat er heel veel mogelijk is buiten de gebaande paden en over alle gedreven mensen die hen daarbij hebben geholpen.