Na veertig jaar in het onderwijs zijn verhalen aan de kinderen verteld te hebben, besloot Bernard Ferwerda te gaan schrijven. In aanvang eerst sprookjesboeken, later romans.
In zijn spannende nieuwe boek voor jongeren schrijft hij vanuit zijn fantasie vermengd met de realiteit ‘De WOLVENVALLEI’ met als hoofdpersoon Casper, die bij zijn grootouders in een bergdorpje opgroeit. In zijn vakantie zoekt hij werk. Het hof, vertegenwoordigd door de drie raadgevers, biedt hem de opdracht aan een kudde schapen weg te brengen van Rozeville naar Ogeblikke.
Door het dienstmeisje Caline komt hij erachter dat deze raadgevers zijn missie willen doen mislukken om daarmee de koning uit te schakelen. Door in het bezit te komen van het gouden en zilveren fluitje lukt het Casper de poort naar ‘de kortste weg’ te openen. Het begin van zijn tocht door de bergen, achtervolgd door de raadgevers en wolven. Onderweg sluit hij vriendschap met twee van drie verbannen studenten, De derde keert zich tegen hem. Ondanks diens tegenwerking lukt het hem met de andere twee de wolvenvallei te passeren, waarna nieuwe uitdagingen hem wachten. De tocht is tegelijk een zoeken naar wie ben ik? Er blijven altijd weer wolken voor de zon schuiven.