Kampgedichten
Kampgedichten
Aan de vooravond van WO II zochten het gezin Oestreicher een veilig toevluchtsoord en dachten dit in Amsterdam te vinden. Het jonge gezin – vader, moeder, twee dochtertjes en grootmoeder – wordt in november 1943 op transport gesteld.
Ophalen: Nu 1 op voorraad in de winkel
Leverbaar
Aan de vooravond van WO II zochten het gezin Oestreicher een veilig toevluchtsoord en dachten dit in Amsterdam te vinden.
Het jonge gezin – vader, moeder, twee dochtertjes en grootmoeder – wordt in november 1943 op transport gesteld. Het derde meisje blijft ‘in onderduik’ achter.
In Westerbork, Bergen-Belsen en in de ‘Trein der Verlorenen’ houdt Felix Oestreicher een dagboek bij. Hierin schrijft hij de gedichten die in Naderhand/Nachher in het Nederlands en Duits worden gepubliceerd.
De negentien gedichten werden tussen 15 maart 1944 en 22 mei 1945 geschreven. Ze werden met potlood en loep genoteerd op het weinige wit dat in de dagboek over was.
Ton Naaijkens verzorgde de vertaling en schreef een nawoord voor deze tweetalige bundel.